Beoordeeld: 25-07-2016
Uitgangsvraag
2007: Wat is de effectiviteit van 5-fluorouracil bij patiënten met een primair BCC met betrekking tot: radicaliteit en recidiefpercentage, cosmetisch resultaat / functionaliteit?
2014: In welke gevallen gaat de voorkeur uit naar PDT, imiquimod of 5-fluorouracil in de behandeling van het superficieel BCC?
Aanbeveling
Bij keuze voor een niet-invasieve behandeling waarbij er voldoende compliance voor thuisbehandeling wordt verwacht is 5-FU crème een (kosten-) effectieve en veilige behandeling van het superficieel BCC.
De werkgroep beveelt aan goede informatie aan de patiënt te verstrekken bij de behandeling met 5-FU crème, bij voorkeur met informatieve foto’s in de patiënten folder.
Gezien de lage effectiviteit is 5-FU voor de behandeling van het nodulair BCC in principe ongeschikt.
Overwegingen
De behandeling met 5-FU crème wordt in de thuissituatie toegepast en de crème wordt meestal gedurende 4 weken tweemaal daags aangebracht. Voor de behandeling met 5-FU crème is compliance van de patiënt noodzakelijk. Bij de behandeling van 5-FU crème op de onderbenen bij oudere patiënten kunnen complicaties optreden als gevolg van vertraagde wondgenezing.
Goede informatie aan de patiënt, bij voorkeur met foto’s in de patiënten folder is essentieel in de behandeling met 5-FU crème.
De kosten van een tube 5-FU crème zijn €15,66 (per 20 gram en €31,32 per 40 gram www.medicijnkosten.nl; januari 2016) en daarmee beduidend lager dan de kosten voor de benodigde zakjes imiquimod crème (€148.40 www.medicijnkosten.nl; januari 2016) voor behandeling van het superficieel BCC. De totale kosten zijn €388,00 voor behandeling met 5-FU crème en €526,00 voor behandeling met imiquimod crème (Prijzen zijn geïndexeerd naar 2010 en poliprijzen zijn een gewogen gemiddelde van een academisch en perifeer ziekenhuis). [Arits 2014]
Onderbouwing
Achtergrond
Het cytostaticum 5-FU 5% crème wordt meestal tweemaal daags lokaal opgebracht gedurende een periode van 4 weken, tenzij de huid eerder erosief wordt.
Conclusies
Niveau 2 | 5-FU 5% crème heeft een cumulatief behandelsucces van 80,1%, na 1 jaar follow-up voor het primair superficieel BCC. A2 Arits 2013 |
Niveau 2 | Imiquimod crème en 5-FU crème zijn beide in effectiviteit niet-inferieur aan MAL-PDT voor de behandeling van het superficieel BCC (Cumulatief behandelsucces na 1 jaar follow-up MAL-PDT 72,8%, imiquimod crème 83,4% en 5-FU crème 80,1%). A2 Arits 2013 |
Niveau 2 | Het cosmetisch eindresultaat na behandeling van het superficieel BCC met 5-FU crème verschilt niet significant met imiquimod crème of MAL-PDT. A2 Arits 2013 |
Niveau 2 | 5-FU crème is een veilige behandeling voor het primair superficieel BCC met kans op lokale huid reacties (matig tot ernstig erytheem het vaakst (59% in de laatste behandelweek) en daarnaast matige lokale jeuk (35%), erosie (31%), crustae (27%) en zwelling (19%) in de laatste behandel week). A2 Arits 2013 |
Niveau 3 | 5-FU crème is voor de behandeling van het nodulair BCC weinig effectief. C Reymann 1979 |
Samenvatting literatuur
Complete respons en cumulatief behandelsucces
In de review van Roozeboom et al. werden slechts 2 studies beschreven naar de behandeling van het sBCC, waarvan 1 randomised controlled trial naar de effectiviteit van intralesionaal 5-FU / epinephrine gel [Miller 1997] en 1 observationele studie naar 5-FU crème, 2 maal daags gedurende 6, 9 of 12 weken. [Gross 2007] Er waren te weinig studies om een meta-analyse uit te voeren. Aanvullend op de review verscheen de vergelijkende gerandomiseerde non-inferiority studie van Arits et al. naar behandeling van 5-FU, 2 maal daags gedurende 4 weken. [Arits 2013] (Zie ook de evidence tabel).
In de RCT van Arits et al. werden in totaal 198 sBCC’s geïncludeerd voor behandeling met 5-FU tweemaal daags, gedurende 4 weken. Zij vonden na 12 weken follow-up een complete respons van 87,9% (95% CI 83,3-92,4%). [Arits 2013] Bij klinische verdenking op residu werd een biopt genomen ter histologische bevestiging. Arits et al. beschreef als eerste 1 jaar follow-up resultaten van topicale behandeling met 5-FU bij het sBCC. Na 1 jaar follow-up waren er nog 169 sBCC’s (n=24 residu, n=5 loss-to-follow up) voor analyse en zij vonden een aanhoudende tumorvrijheid van 91,1% (95% CI 86,8-95,4) en een cumulatief behandelsucces van 80,1% (74,7-85,9), bestaande uit het product van complete respons en aanhoudende tumorvrijheid. [Arits 2013] Alle recidieven werden histologisch bevestigd. Op basis van effectiviteit was behandeling met 5-FU niet-inferieur aanten opzichte van MAL-PDT voor het sBCC na 1 jaar follow-up.
In een onderzoek op 95 nodulaire BCC’s werd gekeken naar het effect van 5% 5-FU na curettage, onder occlusie, die om de dag werd vervangen (totale behandelduur 6 weken). [Reymann 1979] Er was een hoge uitval; er waren 56 BCC’s met een 5-jaars follow-up duur. De berekende 5-jaars recidiefkans was 21,4%.
Cosmetische aspecten van de behandeling
Goede tot uitstekende cosmetische resultaten van patiënten behandeld met MAL-PDT, imiquimod crème en 5-FU crème uit de studie van Arits et al. werden door een geblindeerde onderzoeker gescoord, waarbij alle recidieven werden gescoord als slecht cosmetisch resultaat. Resultaten waren niet significant verschillend (na 1 jaar werden er in 62,4% (MAL-PDT), 61,4% (imiquimod crème) en 57,5% (5-FU crème) van de patiënten goede tot uitstekende cosmetische resultaten geconcludeerd).
Bijwerkingen
In de RCT van Arits et al. rapporteerden 192 patiënten behandeld met 5-FU hun bijwerkingen in een dagboek. Pijn en lokale huidreacties werden vooral in de laatste weken van de behandeling gerapporteerd. De maximale pijnscore werd bereikt in de laatste behandelweek (4% van de patiënten gaf een ernstige pijnscore van 7-10 (schaal 0-10) aan. Van de lokale huidreacties werd matig tot ernstig erytheem het vaakst (59% in de laatste behandelweek) gerapporteerd. Patiënten die met 5-FU crème werden behandeld, rapporteerden vaker matige lokale jeuk (35%), erosie (31%), crustae (27%) en zwelling (19%) in de laatste behandelweek in vergelijking met patiënten behandeld met MAL-PDT. Er werd geen duidelijk verschil gezien met imiquimod crème. Bij patiënten behandeld met 5-FU werden twee (1%) lokale wondinfecties, een (1%) erysipelas en een (1%) ulcus cruris gerapporteerd. Geen van deze patiënten werd opgenomen.
Referenties
1 - Alessi SS, Sanches JA, Oliveira WR, Messina MC, Pimentel ER, and Festa NC. Treatment of cutaneous tumors with topical 5% imiquimod cream. Clinics (Sao Paulo, Brazil) 64:961-6. Clinics.Festa NC. Clinics (Sao Paulo).
2 - Arits AH, Mosterd K, Essers BA, Spoorenberg E, Sommer A, De Rooij MJ, van Pelt HP, Quaedvlieg, PJ, Krekels GA, van Neer PA, Rijzewijk JJ, van Geest AJ, Steijlen PM, Nelemans PJ, and Kelleners-Smeets NW. 2013; Photodynamic therapy versus topical imiquimod versus topica fluorouracil for treatment of superficial basal-cell carcinoma: A single blind, non-inferiority, randomised controlled trial. Lancet Oncology.
3 - Arits AH, Spoorenberg E, Mosterd K, Nelemans P, Kelleners-Smeets NW, Essers BA. Cost-effectiveness of topical imiquimod and fluorouracil versus photodynamic therapy for treatment of superficial basal-cell carcinoma. Br J Dermatol. 2014; Apr 21.
4 - Bath-Hextall F, Ozolins M, Armstrong SJ, Colver GB, Perkins W, Miller PS, and Williams HC. Surgical excision versus imiquimod 5% cream for nodular and superficial basal-cell carcinoma (SINS): a multicentre, non-inferiority, randomised controlled trial. The lancet oncology. 2014;15:96-105. Lancet Oncology.
5 - Bath-Hextall F, Bong J, Perkins W, Williams H. Interventions for basal cell carcinoma of the skin: systematic review. BMJ. 2004;329(7468):705.
6 - Beutner KR, Geisse JK, Helman D, Fox TL, Ginkel A, Owens ML. Therapeutic response of basal cell carcinoma to the immune response modifier imiquimod 5% cream. J Am Acad Dermatol. 1999;41(6):1002-7.
7 - Ezughah FI, Dawe RS, Ibbotson SH, Fleming CJ. A randomized parallel study to assess the safety and efficacy of two different dosing regimens of 5% imiquimod in the treatment of superficial basal cell carcinoma. J Dermatolog Treat. 2008;19(2):111-7.
8 - Geisse J, Caro I, Lindholm J, Golitz L, Stampone P, Owens M. Imiquimod 5% cream for the treatment of superficial basal cell carcinoma: results from two phase III, randomized, vehicle-controlled studies. J Am Acad Dermatol. 2004;50(5):722-33.
9 - Geisse JK, Rich P, Pandya A, Gross K, Andres K, Ginkel A, et al. Imiquimod 5% cream for the treatment of superficial basal cell carcinoma: a double-blind, randomized, vehicle-controlled study. J Am Acad Dermatol. 2002;47(3):390-8.
10 - Gollnick H, Barona CG, Frank RG, Ruzicka T, Megahed M, Tebbs V, et al. Recurrence rate of superficial basal cell carcinoma following successful treatment with imiquimod 5% cream: interim 2-year results from an ongoing 5-year follow-up study in Europe. Eur J Dermatol. 2005;15(5):374-81.
11 - Gollnick H, Barona CG, Frank RG, Ruzicka T, Megahed M, Maus J, et al. Recurrence rate of superficial basal cell carcinoma following treatment with imiquimod 5% cream: conclusion of a 5-year long-term follow-up study in Europe. Eur J Dermatol. 2008;18(6):677-82.
12 - Gross K, Kircik L, Kricorian G. 5% 5-Fluorouracil cream for the treatment of small superficial Basal cell carcinoma: efficacy, tolerability, cosmetic outcome, and patient satisfaction. Dermatol Surg. 2007;33(4):433-9.
13 - Marks R, Gebauer K, Shumack S, Amies M, Bryden J, Fox TL, et al. Imiquimod 5% cream in the treatment of superficial basal cell carcinoma: results of a multicenter 6-week dose-response trial. J Am Acad Dermatol. 2001;44(5):807-13.
14 - Marks R, Owens M, Walters SA. Efficacy and safety of 5% imiquimod cream in treating patients with multiple superficial basal cell carcinomas. Arch Dermatol. 2004;140(10):1284-5.
15 - Miller BH, Shavin JS, Cognetta A, Taylor RJ, Salasche S, Korey A, et al. Nonsurgical treatment of basal cell carcinomas with intralesional 5-fluorouracil / epinephrine injectable gel. J Am Acad Dermatol. 1997;36(1):72-7.
16 - Nikkels AF, Pierard-Franchimont C, Nikkels-Tassoudji N, Bourguignon R, Pierard GE. Photodynamic therapy and imiquimod immunotherapy for basal cell carcinomas. Acta Clin Belg. 2005;60(5):227-34.
17 - Quirk C, Gebauer K, De'Ambrosis B, Slade HB, Meng TC. Sustained clearance of superficial basal cell carcinomas treated with imiquimod cream 5%: results of a prospective 5-year study. Cutis. 2010;85(6):318-24.
18 - Reymann F, Treatment of basal cell carcinoma of the skin with 5-fluorouracil ointment. A 10-year follow-up study. Dermatologica. 1979;158(5):368-72.
19 - Roozeboom MH, Arits AH, Nelemans PJ, Kelleners-Smeets NW. Overall treatment success after treatment of primary superficial basal cell carcinoma: a systematic review and meta-analysis of randomized and nonrandomized trials. Br J Dermatol. 2012;167(4):733-56.
20 - Ruiz-Villaverde R, Sanchez-Cano D, Burkhardt-Perez P. Superficial basal cell carcinoma treated with imiquimod 5% topical cream for a 4-week period: a case series. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2009;23(7):828-31.
21 - Schiessl C, Wolber C, Tauber M, Offner F, Strohal R. Treatment of all basal cell carcinoma variants including large and high-risk lesions with 5% imiquimod cream: histological and clinical changes, outcome, and follow-up. J Drugs Dermatol. 2007;6(5):507-13.
22 - Schulze HJ, Cribier B, Requena L, Reifenberger J, Ferrandiz C, Garcia DA, et al. Imiquimod 5% cream for the treatment of superficial basal cell carcinoma: results from a randomized vehicle-controlled phase III study in Europe. Br J Dermatol. 2005;152(5):939-47.
23 - Shumack S, Robinson J, Kossard S, Golitz L, Greenway H, Schroeter A, et al. Efficacy of topical 5% imiquimod cream for the treatment of nodular basal cell carcinoma: comparison of dosing regimens. Arch Dermatol. 2002;138(9):1165-71.
24 - Shumack S, Gebauer K, Quirk C, Macdonald K, Walters SA, Owens M. 5% imiquimod cream for the treatment of large superficial basal cell carcinoma. Arch Dermatol. 2004;140(10):1286-7.
25 - Sterry W, Ruzicka T, Herrera E, Takwale A, Bichel J, Andres K, et al. Imiquimod 5% cream for the treatment of superficial and nodular basal cell carcinoma: randomized studies comparing low-frequency dosing with and without occlusion. Br J Dermatol. 2002;147(6):1227-36.
26 - Vun Y, Siller G. Use of 5% imiquimod cream in the treatment of facial basal cell carcinoma: a 3-year retrospective follow-up study. Australas J Dermatol. 2006;47(3):169-71.
Evidence tabellen
Auteur, jaartal | Mate van be-wijs | Type studie | Setting | N= | Patiënten populatie (in/exclusie; locatie etc) | Follow-up duur | Interventie groep (incl duur) | Controle groep (incl duur) | Outcome (effectmaat) | Resultaten (Proportie, 95% BI)¶ | Opmerkingen |
Arits, 2013 | A2 | Prospectief, multicenter, randomized controlled, single-blind, non-inferiority studie | Nederland. Poliklinisch | 601 sBCC | Primair, histologisch bevestigd superficieel BCC | 1 jaar | 5-Fluorouracil crème 2dd, gedurende 4 weken Imiquimod 5% crème 1dd, 5x/week, gedurende 6 weken | MAL 16%, 5-10mm marge, gedurende 3 uur. Twee belichting sessies met 1 week interval. Light emitting diode of Aktilite, beide 630 nm, 37 J/cm2, gedurende 7 min. | Complete respons na 3 maanden Cumulatief behandelsucces na 1 jaar follow-up Goede tot uitstekende cosmetische uitkomst na 1 jaar follow-up Compliance <100% | PDT: 84,2% (79,1-89,3) IMQ: 90,0% (85,7-94,2) 5-FU: 87,9% (83,3-92,4) PDT: 72.8% (66.8-79.4) IMQ: 83.4% (78.2-88.9) 5-FU: 80,1% (74.7-85,9) PDT: 62.4% (55,4-69,3) IMQ: 61.4% (54,4-68,5) 5-FU: 57.5% (50,5-64,5) PDT: 0 IMQ: 20,9% (15,2-26,7) 5-FU: 31,3% (24,8-37,8) | Er werden 911 patiënten benaderd voor deelname aan de studie, waarvan er 601 werden gerandomiseerd. Blindering van patiënten is door de aard van beide interventies niet mogelijk. De onderzoeker is wel geblindeerd. Er is sprake van een gemodificeerde intention-to-treat-analyse. Er is niet nagegaan of er verschillen in effectiviteit zijn tussen de centra. |
95% Betrouwbaarheidsintervallen werden berekend met de Taylor series.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 25-07-2016
Laatst geautoriseerd : 25-07-2016
Geplande herbeoordeling :
Deze richtlijn zal, indien nodig, jaarlijks online worden geactualiseerd. Vanuit de domeingroep oncologie van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie zal dit proces bewaakt worden.
Initiatief en autorisatie
Initiatief:
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Geautoriseerd door:
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
- Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
- Nederlandse Vereniging voor Pathologie
- Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
- Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
- Vereniging Klinische Genetica Nederland
Algemene gegevens
Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie heeft een gedeeltelijke herziening plaatsgevonden van de richtlijn ’Behandeling van het Basaalcelcarcinoom (BCC)’. Er is gekozen voor een gedeeltelijke herziening in de wetenschap dat er nieuwe literatuur is over aan aantal onderdelen van de richtlijn (expert knowledge). Uit kosten efficiëntie is een modulaire aanpassing voorgesteld waar de leden mee ingestemd hebben.’
Deze herziening (2015) werd noodzakelijk geacht, omdat de richtlijn uit 2007 qua verantwoording uit de literatuur verouderd was en in 2014 niet alle modules konden worden herzien. In 2014 werden de modules incidentie en prevalentie en systemische medicamenteuze therapie vismodegib toegevoegd; de modules fotodynamische therapie, lokale medicamenteuze therapie, leidraad tot een keuze van een behandeling en follow-up werden herzien. In 2015 werden de modules diagnostiek (voorheen pathologie), conventionele excisie, Mohs micrografische chirurgie en radiotherapie herzien. De tekst van de module ‘Leidraad tot keuze van een behandeling’ werd aangepast. Een deel van de richtlijntekst is dan ook ongewijzigd gebleven, een deel is aangepast of aangevuld. Een gedeeltelijke aanpassing heeft voordelen in de zin dat het werk en de tijd beperkt is, als nadeel is te noemen dat veranderingen in een onderdeel ook gevolgen kunnen hebben voor overige tekst. Hiermee is zoveel mogelijk rekening gehouden en is terug te vinden op welke basis en datum de evidence in de richtlijn is opgenomen.
Doel en doelgroep
Doel
Deze richtlijn is een document met aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. Er wordt aangegeven welke behandelingen er mogelijk zijn en welke de voorkeur verdient. Hierbij is met name gekeken naar recidiefpercentages, irradicale behandeling, functionaliteit en cosmetiek.
Doelgroep
Deze richtlijn is primair geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die aan de ontwikkeling van deze richtlijn hebben bijgedragen. Deze staan vermeld bij de samenstelling van de werkgroep.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die met de diagnostiek en behandeling van basaalcelcarcinoom te maken hebben (zie hieronder). De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en waren gemandateerd door hun vereniging.
Werkgroepleden | Vereniging |
Dhr. Dr. R.C. Beljaards | NVDV |
Dhr. Dr. P.A.J. Buis | NHG |
Mevr. Drs. E. Burkink | Arts-onderzoeker richtlijnen NVDV |
Mevr. Dr. E.M.L. Corten | NVPC |
Mw. F. Das | HPN |
Mevr. Prof. Dr. M. R. van Dijk | NVVP |
Dr. J.J.E. van Everdingen | Directeur NVDV |
Mevr. Drs. K.J.A. Frencken | Promovendus MUMC |
Mevr. Mr. Dr. E.R.M. de Haas | NVDV |
Mw. Drs. M. van Hezewijk | NVRO |
Dhr. Dr. K.J.A.O. Ingels | KNO-vereniging |
Mw. Dr. H.W. Kapiteijn | NVvO / NIV |
Mevr. Drs. S.A.T. Karsch (secretaris) | Arts-onderzoeker richtlijnen NVDV |
Mevr. Drs. A. Lamberts | Arts-onderzoeker richtlijnen NVDV |
Mevr. Dr. N.W.J. Kelleners-Smeets (voorzitter) | NVDV |
Mw. S.M. van der Kleij | V&VN Oncologie |
Mevr. Drs. R.A. Kuin (secretaris) | Arts-onderzoeker richtlijnen NVDV |
Mw. Drs. J.H.F. Leemhuis | NFK |
Mw. I. Meijer | V&VN Dermatologie |
Mw. Drs. J.G Reinders | NVRO |
Mw. Drs. D. Stemkens | IKNL |
Mevr. Drs. M. Vreeburg | VKGN |
Belangenverklaringen
Alle werkgroepleden hebben een belangenverklaring ingevuld, waarin ze hun banden met de farmaceutische industrie aangeven gedurende het richtlijntraject. Een overzicht van deze belangenverklaringen vindt u hieronder.
Activiteiten die de leden van de werkgroep ‘Behandeling van het BCC in de afgelopen drie jaar hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie van de farmaceutische industrie (gepeild in 2015).
Werkgroeplid | Firma | Activiteit |
Mevr. Dr. N.W.J. Kelleners-Smeets | Galderma | Congres Voordracht Consultatie/ advisering Sponsoring wetenschappelijk onderzoek |
Leo pharma | Consultatie / advisering | |
Will pharma | Sponsoring wetenschappelijk onderzoek | |
Mevr. Mr. Dr. E.R.M. de Haas | Roche | Consulatie / advisering Wetenschappelijk onderzoek Congres |
Leo pharma | Consultatie / advisering | |
Bipharma | sponsering wetenschappelijk onderzoek | |
Dhr. Dr. R.C. Beljaards | Leo pharma | Consultatie / advisering |
Galderma | Consultatie / advisering Cursus Publicatie | |
Mw. Dr. H.W. Kapiteijn | Roche | Consulatie / advisering Congres |
Dhr. dr. K.J.A.O. Ingels | Geen | |
Mevr. Dr. E.M.L. Corten | Geen | |
Dhr. Dr. P.A.J. Buis | Geen | |
Mevr. Prof. Dr. M. R. van Dijk | Geen | |
Mw. S.M. van der Kleij | Geen | |
Mw. F. Das | Geen | |
Dr. J.J.E. van Everdingen | Geen | |
Mevr. Drs. E. Burkink | Geen | |
Mevr. Drs. S.A.T. Karsch (secretaris) | Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Voor het komen tot een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijk bewijs ook andere aspecten van belang zoals het patiëntenperspectief. Dit wordt, indien relevant, besproken onder het kopje ‘overwegingen’ van de desbetreffende module.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
De richtlijn wordt gepubliceerd op de website van de NVDV, www.oncoline.nl, de website van de richtlijnen database en eventueel op de websites van alle andere deelnemende verenigingen. Daarnaast wordt een samenvatting van de richtlijn aangeboden aan het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Bovendien wordt de richtlijn gebruikt voor nascholing van de NVDV. Ook zal de richtlijn worden verwerkt in het voorlichtingsmateriaal dat thans voor BCC beschikbaar is.
Werkwijze
Om een nieuwe integrale evidence-based richtlijn voor de behandeling van het Basaalcelcarcinoom te realiseren was een gefaseerd herzieningstraject nodig van de richtlijn uit 2007 met bijzondere aandacht voor de onderbouwing van de richtlijn met bewijs uit de literatuur. De oude richtlijn uit 2007 werd geschreven aan de hand van uitgangsvragen voor elke behandeling: Wat is de effectiviteit van de diverse behandelingen bij patiënten met een primair Basaalcelcarcinoom met betrekking tot:
a) radicaliteit en recidiefpercentage
b) cosmetisch resultaat / functionaliteit
Deze en de vorige herziening (2014 & 2015) werden geschreven aan de hand van een aantal uitgangsvragen (zie Module ‘Uitgangsvragen richtlijn herziening 2014 & 2015).
De werkgroep heeft in eerste instantie literatuur gezocht in PubMed. Hierbij is met name gezocht naar systematische reviews en gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. Daar waar onvoldoende prospectieve studies voorhanden waren, werd de search aangevuld met retrospectief onderzoek.
Elk werkgroeplid heeft voor het module waarvoor hij / zij verantwoordelijk was, de literatuur gezocht, geselecteerd en beoordeeld op kwaliteit en inhoud. Op basis hiervan zijn de conceptmodules van de richtlijn geschreven volgens een vast format, zoals hieronder beschreven:
Opbouw van de richtlijn
Elk module van de richtlijn is volgens een vast stramien opgebouwd, dat onderstaand is weergegeven. Waar mogelijk is gebruik gemaakt van de GRADE-methodiek (zie aanverwant). Een van de doelen is om een richtlijn zo transparant mogelijk te laten zijn, zodat elke gebruiker kan zien op welke literatuur en overwegingen bepaalde aanbevelingen zijn gebaseerd.
Inleiding
In de inleiding van elk module wordt aangegeven op welke vragen het module een antwoord geeft en wordt een korte beschrijving van een therapie gegeven.
Beschrijving van de literatuur
De antwoorden op de uitgangsvragen (derhalve de aanbevelingen in deze richtlijn) zijn voor zover mogelijk gebaseerd op gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. De geselecteerde artikelen zijn door de schrijvende werkgroepleden beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs, waarbij gebruik gemaakt is van de GRADE-methodiek (zie aanverwant) en van onderstaande indeling (herziene modules).
Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies
Interventie | Diagnostisch accuratesse onderzoek | Schade / bijwerkingen*, etiologie, prognose | |
A1 | Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau | ||
A2 | Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang | Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een ‘gouden standaard’) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van de resultaten van test en gouden standaard, betreffende een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad | Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor ‘confounding’ en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. |
B | Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 (hieronder valt ook patiënt-controle onderzoek, cohort-onderzoek) | Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd | Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiënt-controle onderzoek |
C | Niet-vergelijkend onderzoek | ||
D | Mening van deskundigen |
* Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn. Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventies.
Beschrijving en beschouwing van de gepubliceerde artikelen zijn indien van toepassing te vinden onder het kopje ‘beschrijving van de literatuur’.
Conclusie
Het wetenschappelijk materiaal is samengevat in een conclusie, waarbij het niveau van het meest relevante bewijs is weergegeven. Hiervoor is onderstaande indeling gehanteerd:
Niveau van conclusies
Conclusie gebaseerd op | |
1 | Onderzoek van niveau A1 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2 |
2 | 1 onderzoek van niveau A2 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B |
3 | 1 onderzoek van niveau B of C |
4 | Mening van deskundigen |
Overige overwegingen
Voor het komen tot een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijk bewijs ook andere aspecten van belang zoals het patiëntenperspectief, organisatorische aspecten en kosten. Deze worden indien relevant besproken onder het kopje ‘overige overwegingen’.
Aanbeveling
De uiteindelijk geformuleerde aanbeveling is het resultaat van de wetenschappelijke conclusie, waarbij de overige overwegingen in acht worden genomen. Aanbevelingen ten aanzien van de keuze van de behandeling zijn opgenomen in de 'Leidraad tot keuze van een behandeling' onder aanverwant.
Literatuur
Elk module wordt afgesloten met een literatuurlijst van de in dat module aangehaalde referenties.
Commentaarronde
De conceptrichtlijn is, na vaststelling door werkgroep, ter commentaar aan de participerende wetenschappelijke verenigingen voorgelegd. De verenigingen hebben de conceptrichtlijn op hun eigen website voor commentaar opengesteld voor de leden. Met meenemen van de resultaten van de binnengekomen commentaren heeft de werkgroep de definitieve richtlijn opgesteld.
Juridische betekenis van richtlijnen
Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op ‘evidence’ gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. De richtlijn wordt ter autorisatie aan de deelnemende verenigingen aangeboden. Na autorisatie van de richtlijn door een beroepsvereniging, wordt de richtlijn gezien als deel van de ‘professionele standaard’. Aangezien de aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de ‘gemiddelde patiënt’, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.
Basaalcelcarcinoom
Het basaalcelcarcinoom (BCC) is de meest voorkomende vorm van kanker. Het betreft een lokaal invasieve maligne huidtumor met langzame groei. Alhoewel de tumor zelden metastaseert (geschat op 0,03%), kent het een hoge morbiditeit door infiltratie in en destructie van aangrenzende weefsels [Lo, 1991]. Diepe infiltratie komt vooral voor bij lokalisatie in de embryonale splijtlijnen in het gelaat, de zogenaamde 'H-zone', die zich uitstrekt vanaf het gebied rondom de oren naar het jukbeen tot het voorhoofd en rondom de ogen tot over de neus naar de bovenlip. Door de weliswaar langzame maar gestage groei kan de tumor de diepte ingroeien en zichzelf een weg banen door ander weefsel heen met ernstige gevolgen, zoals botdestructie en ingroei in vitale weefsels zoals ogen en meningen.
De belangrijkste risicofactor is cumulatieve blootstelling aan ultraviolet licht. Van de behandelend arts mag in het kader van preventie dan ook worden verwacht dat advies wordt gegeven over (overmatige) blootstelling aan zonlicht. Andere risicofactoren zijn genetische predispositie, hoge leeftijd, immuun gecompromitteerde patiënten en huidtype (BCC komt vooral voor bij type I en II huid) [Euvrard, 2003].
Er zijn voor de behandeling van het BCC vele technieken beschikbaar. In deze richtlijn wordt een voorstel gedaan aan de hand van de beschikbare literatuur en een voorkeur in de gewenste behandelingsmodaliteiten aangegeven.
Concept van ‘laag risico’ en ‘hoog risico’ BCC’s: prognostische criteria
Basaalcelcarcinomen kunnen worden onderscheiden in tumoren met een (relatief) ‘laag risico’ versus ‘hoog risico’ op recidief op basis van prognostische factoren (zie tabel 1). Deze factoren zijn: histologische groeitype, lokalisatie, grootte en primaire versus recidief tumor.
Tabel 1: Prognostische factoren
‘laag risico’ | ‘hoog risico’ | |
Histologisch groeitype | niet agressief (nodulair, superficieel) | agressief (sprieterig, micronodulair) |
Lokalisatie | Romp | H-zone (ogen, oren, lippen, nasolabiale plooi, neus) |
Grootte | < 2cm | ≥ 2cm |
Eerdere therapie | primaire tumor | recidief tumor |
Op basis van deze prognostische factoren kan de clinicus de meest geschikte behandeling kiezen. Andere belangrijke factoren om rekening mee te houden zijn de aanwezigheid van perineurale invasie danwel invasie van onderliggende structuren zoals spier en kraakbeen. De te nemen behandelmarge zal in deze gevallen groter moeten te zijn om radicaliteit te bereiken [Trakatelli 2012]. Hierbij geldt: hoe groter de marge gezonde huid, des te groter is de kans om in een keer radicaliteit te bewerkstelligen. Radicaliteit is het beste uitgangspunt voor een adequate curatieve behandeling. Echter, een grote marge gaat ten koste van het cosmetisch resultaat en de functionaliteit. Het cosmetisch resultaat is mede afhankelijk van de grootte en lokalisatie van de tumor en patiëntkenmerken.
Afkortingenlijst
BCC | Basaalcelcarcinoom |
sBCC | Superficieel basaalcelcarcinoom |
nBCC | Nodulair basaalcelcarcinoom |
Spriet BCC | Basaalcelcarcinoom met sprieterige groei |
MMC | Mohs micrografische chirurgie |
5-FU | 5-fluorouracil |
C&E | curettage & elektrodissecatie |
CE | Conventionele excisie |
PDT | Fotodynamische therapie |
Referenties
- Euvrard S, Kanitakis J, Claudy A. Skin cancers after organ transplantation. N Engl J Med 2003 Apr 24;348(17):1681-91.
- Lo JS, Snow SN, Reizner GT, Mohs FE, Larson PO, Hruza GJ. Metastatic basal cell carcinoma: report of twelve cases with a review of the literature. J Am Acad Dermatol 1991 May;24(5 Pt 1):715-9.
- Trakatelli M, Morton CA, Nagore E, Ulrich C, del Marmo V, Peris K, Seguin. European Dermatology Forum. Update of the Guideline on Basal Cell Carcinoma. 2012:48.
Bijlagen
- Toepassen
- SONCOS normeringsrapport
- Overige
- Evidence tabel Basaalcelcarcinoom.pdf
- Herziening richtlijn basaalcelcarcinoom
- Tabel 1: Prognostische factoren